Zondag ochtend werd ik door Ruben gesmst, ik moest toch echt naar die steppekiekendief want hij hing nog steeds TP. Alleen had ik geen beschikking over één van de auto’s van mijn ouders dus dat werd hem niet. Ruben ging met zijn moeder en zusje en op de vraag of ze langs Leiden – Katwijk kwamen om mee te rijden kwam geen reactie. Dus toen heb ik snel Jurrien gebeld en die kon ’s middags pas om twee uur thuis weg, maar het zat er wel in dat de kiek bleef hangen. Ik had afgesproken, dat Jur mij bij het transferium in Leiden zou oppikken konden we gelijk doorrijden naar Noord-Holland. Toen Jur aankwam rijden had ik al een lekker bakje koffie voor hem bij de Mac Donalds gehaald en we konden op weg.
Eenmaal op weg naar de kiek zat de stemming er al snel in en waren we al druk aan het fantaseren hoe mooi we hem gingen zien. Toen we nog een half uurtje moesten rijden kwamen we in een file (op zondagmiddag in de file, dat kan alleen in Nederland). Eenmaal op de plek aangekomen waar die het laatst was door gepiept zagen we geen kiek en geen vogelaars. Na wat rond rijden en zoeken kwamen we bij een dijk waar ongeveer 30 a 40 vogelaars zaten. Toen we een hek over klommen om de dijk op te komen waar iedereen stond, kon ik nog net horen dat twee oude vogelaars tegen elkaar zijden: ‘’die jonge gasten zijn zenuwachtig, kijk ze is snel lopen om hem te zien’’. We kregen te horen dat de kiek een half uur eerder geland was en nu in het riet zat. Na een minuut of twintig zagen Jur en ik de kiek als eerste uit het riet komen en hij vloog al snel over de dijk heen de polder in.
Steppekiekendief (Circus macrourus).
Eenmaal in de polder zagen we de kiek achter een aantal boerderijen verdwijnen. We wilden de kiek toch graag wat beter zien dus zijn we snel in de auto gesprongen, de polder in. Toen we aan het zoeken waren kwamen er ineens een treintje van 15 auto’s langs gescheurd. Natuurlijk zijn we hier snel bij aangesloten en al gauw scheurden we over de kronkelen polderweggetjes rond. Als je in deze polder de weg naar links neemt kom je rechts uit en anders om. Daarnaast waren de weggetjes ook nog is erg smal, een auto passeren was bijna onmogelijk. Een Porsche moest half in de berm staan om ons er langs te laten.
Op begeven moment kwam de steppekiekendief mooi langs vliegen, wat een mooi beest. Hierna hebben we de polder nog een paar keer doorgereden. We kwamen nog wat goudplevieren en een rosse grutto tegen. Toen we op de terug weg waren kwam de kiek nog één keer mooi langs. Hierna hebben we nog even een patatje gegeten en onze weg naar het mooie Zuid-Holland vervolgt (en weer in de file). ’s Avonds ben ik bij Jurrien in Maasluis blijven slapen en maandag zijn we samen terug naar Arnhem gereisd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten